Voorzitter Vonk: "Nooit meer een generatie begraven op de slagvelden"
Op 14 september 2014 sprak voorzitter Sebastiaan Vonk van de Stichting Verenigde Adoptanten Amerikaanse Oorlogsgraven voorafgaand aan het Liberation Concert op de Amerikaanse Begraafplaats in het gemeentehuis de genodigden toe, waaronder Amerikaans Ambassadeur Broas. Zijn speech is hier terug te lezen.
Geachte genodigden,
Welkom. Dank burgemeester Akkermans voor de mogelijkheid om vandaag kort wat te vertellen over wat mij beweegt en het werk wat ik doe, samen met meer dan 20 andere toegewijde vrijwilligers, met de Stichting Verenigde Adoptanten Amerikaanse Oorlogsgraven. Als een collectief van Belgische en Nederlandse adoptanten van Amerikaanse oorlogsgraven doen wij in het verlengde van de diverse adoptieprogramma's actief onderzoek naar de soldaten begraven hier in Margraten, maar ook net over de grens in Hombourg en Luik, resulterend in projecten als de online Fields of Honor – Database en De Gezichten van Margraten, waarmee we duizenden soldaten een gezicht hebben gegeven en ook zullen geven op de Margratense begraafplaats van 2 tot en met 5 mei volgende jaar, als deze foto's bij hun graven en namen op de Muren der Vermisten worden geplaatst. De bevrijders krijgen een gezicht.
De begraafplaats in Margraten maakt bij velen indruk vanwege de sereniteit, een sereniteit die in schril contrast staat met de oorlog, de gevechten, waarin de meer dan 10.000 mannen en vrouwen begraven en herinnerd op de begraafplaats omkwamen. Het is voor de meesten van ons, gelukkig, haast onmogelijk om in te denken wat zij zagen en meemaakten. Maar het is vooral het aantal kruizen, de zee van witte kruizen die opdoemt zodra je de trappen bij de Memorial Tower neemt, dat indruk maakt. 8.301 kruizen en Davidssterren. 8.301.
Mensen vragen mij altijd: wat bracht jou nou om op zo'n jonge leeftijd een graf te adopteren? Ik antwoord altijd dat het voortkwam uit een interesse in de Tweede Wereldoorlog op jonge leeftijd en dat ik het een respectvolle manier vond om iets terug te doen tegenover deze soldaten. Maar ik was ook geïntrigeerd, geïntrigeerd door de verhalen die adoptanten van deze soldaten wisten te achterhalen, en in het bijzonder de foto's. De soldaten kregen een gezicht.
Want wij noemen hen helden, wij zien hen als onze bevrijders, maar zij waren bovenal zonen, broers, echtgenoten, vaders en vrienden voor hen die achterbleven in Amerika. Wist u bijvoorbeeld toen u voor het graf van SGT Sivert Carlson stond dat hij een zoontje genaamd Everett had? Wist u toen u voor het graf van CPL James Radmann stond dat hij 2 jaar voor zijn dood met Lorna trouwde? Dacht u na over het gezin van PFC Leo Lichten nadat hun zoon, hun broer, op 19 jarige leeftijd sneuvelde? En dacht u aan Ruth, de moeder van de 19-jarige PVT Marvin Harman toen u bij zijn graf stond? Onder elk kruis ligt een persoon, een persoon zoals u en ik, met een levensverhaal, met familie en met een gezicht. Velen van ons zullen ooit weleens langs de kruizen zijn gelopen, de namen lezend die erop staan, ons afvragend wie de persoon is die hier begraven ligt.
Dat deed ik ook toen ik bij het graf van CPL Lawrence Francis Shea stond, het graf dat ik op 14-jarige leeftijd adopteerde. Na het doen van onderzoek en met hulp van de familie wist ik veel over hem te achterhalen. Hij had drie broers en vier zussen, speelde graag honkbal; zijn moeder overleed al voor de oorlog. Lawrence was nog maar een 18-jarige jongen toen hij in de luchtmacht terecht kwam in 1942. In november 1944 werd hij overgeplaatst naar de infanterie. Op 2 april 1945 zou hij sneuvelen nabij Kassel, Duitsland, vechtend met de 80th Infantry Division.
Twee dagen geleden, op 12 september, zou hij 91 zijn geworden indien hij nog geleefd had. Hij werd echter nooit ouder dan 21. Een tank maakte vroegtijdig een einde aan zijn leven. 21. Ook ik ben 21. Over twee weken word ik 22, ouder dan Lawrence ooit werd. Want ik heb altijd in vrijheid kunnen leven. Hoe ouder ik werd, hoe meer ik mij dit realiseerde en mij probeerde in te leven. Ik kan mij daardoor ook niet voorstellen wat het is om overzees gestuurd te worden, wat het is om te vechten. Hoe hard ik het ook probeer, ik kan mij niet voorstellen wat oorlog precies is, wat de dingen zijn die men daarin meemaakt. Wat het is om onder vuur te liggen. De aanblik van doden en gewonden. Wellicht gelukkig maar.
Soms komt het even dichterbij. Vlak voor mijn 17e verjaardag kreeg ik, net zoals vele andere 17-jarigen, een brief van het Ministerie van Defensie op de mat: dienstplicht. Registratienummer 92.10.01.192. De dienstplicht is sinds 1997 geen actieve dienstplicht, maar, zoals de brief zegt, "In heel uitzonderlijke situaties zouden regering en parlement kunnen besluiten om weer dienstplichtigen op te roepen voor de militaire dienst." Het leek toen ik de brief kreeg zo ver weg, maar afgelopen zomer hebben we gezien hoe snel de situatie onverwacht kan veranderen. Wat staat ons te wachten?
Enkele weken geleden kwam een kamerlid met het idee om de dienstplicht opnieuw voor iedereen in te voeren. Ik heb mij verbaasd over de vele positieve reacties, die vooral positief waren omdat het leger gezien werd als een opvoedkamp voor een jeugd die wel wat discipline kon gebruiken. Zijn zij vergeten dat het leger bedoeld is om te vechten voor vrede en veiligheid? Zijn zij de doden, de fysieke en mentale verwondingen, zoals PTSS, die deze oorlogen met zich meebrengen vergeten? Indien wij de jeugd willen opvoeden, laten wij hen dan brengen naar oorlogsbegraafplaatsen als deze, laten wij hen vertellen over de soldaten die hun leven gaven, laten wij hen laten realiseren de menselijke levens die een oorlog kost. Laten wij met elkaar afspreken om er samen voor te zorgen dat dat mijn generatie, zowel in Nederland als daarbuiten, alsmede generaties die volgen, niet de volgende generatie wordt die op slagvelden begraven wordt.
Dank u wel.